Inleiding tot de geschiedenis der Nederlandsche edelsmeedkunst, Begeer 1919, image 126, 135, 136
eeuw edelsmeedkunst 1835-1935, Begeer/Brinkgreve 1935, passim
Nederlands zilver 1815-1960, The Hague 1960, passim
Negentiende-eeuws zilver, Koonings 1964, p. 25, 40, 69
Mensen en zilver : bijna twee eeuwen werken voor Van Kempen en Begeer : tentoonstelling van zilverwerk, sieraden, penningen, tekeningen, portretten en curiosa, Begeer 1975, p. 6-31
Ambtsketens van burgemeesters in Nederland, Ter Molen-den Outer 1979, p. 37, 41, 67-70, 84, 135
Zilver uit Voorschoten : een keuze uit het Van Kempen en Begeermuseum, Voorschoten 1982, passim
Frans Zwollo sr 1872-1945 en zijn tijd = Frans Zwollo sr 1872-1945 und seine Zeit, Ter Molen/Duinker/Funk 1982, p. 12, 14, 95 and passim
Niederländisches Silber 1895-1935 aus dem Van Kempen en Begeer-Museum, Den Haag und der Slg. Elza Louise, Krekel-Aalberse 1982, p. 3-9
Industrie en vormgeving in Nederland 1850-1950, Amsterdam 1985, p. 48-49, 208, 213-214, 216, 218, 224
Modern zilver 1880-1940 [Krekel], Krekel-Aalberse 1989, passim
Silver of a new era : international highlights of precious metalware from 1880 to 1940, Ter Molen/Willink/Krekel-Aalberse 1992, p. 92-101, 105-107, 112, 123-125
Zilver : catalogus van de voorwerpen van edelmetaal in de collectie van het Museum Boymans-van Beuningen, Ter Molen 1994, p. 15, 28, 44, 47, 348, 350, 358, 360, 362, 380, 396, 438, 600, 619, 623, 625, 629, 642
lelijke tijd' : pronkstukken van Nederlandse interieurkunst 1835-1895 [352 p.], Baarsen 1995, passim
Kunstnijverheid in Nederland 1880-1940, Eliëns/Groot/Leidelmeijer 1996, p. 44, 112, 125, 223
Twee eeuwen tafelzilver : de Amsterdamse zilversmeden Helweg, 1753-1965 [2e dr.], Van Benthem 1996, p. 169, 252
Leven in een verzameling : toegepaste kunst 1890-1940 : collectie Meentwijck, Leidelmeijer/Raassen-Kruimel/Bax 2000, p. 68-69, 82
Silver : 1880-1940, Art nouveau, Art déco = Zilver : 1880-1940, Art nouveau, Art déco = Silber : 1880-1940, Art nouveau, Art déco, Krekel-Aalberse 2001A, p. 29, 30, 41, 73, 84, 89, 91, 106
Goud en zilver met Amsterdamse keuren : de verzameling van het Amsterdams Historisch Museum, Vreeken et al. 2003, p. 48, cat.no. 123, 176, 335
Nederlandse sieraad in de 20e eeuw, Unger 2004, p. 45, 62, 142, 155, 547
werkmeesters van Bennewitz en Bonebakker : Amsterdams grootzilver uit de eerste helft van de 19de eeuw, Van Benthem/Haartsen 2005, p. 18, 60, 90, 168, 399, 507
Begeerlijk Berbice : de buitenplaats en haar bewoners, Scheffer/Fischer 2014, p. 177-189
Literatuur
Tent.cat. Van zilversmid tot fabrikant 1819-1919, zilver van vijf generaties Van Kempen, Schoonhoven 2007
A. Krekel-Aalberse, Nederlands zilver 1895-1935: van art nouveau tot modernisme, Amersfoort 2011, p. 39-51
Plaats/periode
UtrechtUtrecht, 1835-1858
VoorschotenVoorschoten, 1858-1919, In 1835 Johannes Mattheus van Kempen III (1814-1877) started a silver factory in Utrecht, following in the footsteps of his grandfather, Johannes Mattheus I (1764-1833) and his father, Johannes Mattheus II (1792-1831), both silversmiths in Utrecht. In 1851 it was the first silver factory to install a steam engine. When the factory expanded, it moved to a new building in Voorschoten in 1858. In 1919 a merger with N.V. Koninklijke Utrechtsche Fabriek van Juweelen, Zilverwerken en Penningen van C.J. Begeer in Utrecht and Juwelenfabriek N.V. Fabriek van Gouden en Zilveren werken v/h Jac. Vos & Co. in Rotterdam took place. The new company was named N.V. Koninklijke Nederlandsche Edelmetaal Bedrijven Van Kempen, Begeer & Vos.